Waarschijnlijk gunt niemand een kind armoede.
Als je mensen vraagt die in armoede leven, zullen ze zeggen dat het niet alleen een gebrek aan spullen is, maar vooral een gebrek aan mogelijkheden en keuzes.
Kinderen die in armoede leven zitten vaak vast aan het ‘in-plaats-van-leven’. Zoals:
– werk zoeken in plaats van naar school gaan
– vroeg trouwen in plaats van dromen najagen
– constant pijn hebben in plaats van naar een dokter gaan
– zorgen voor je jongere broertjes en zusjes in plaats van buiten spelen
Het Kinderadoptieplan herkent de ‘in-plaats-van‘ situaties bij kinderen. In die gevallen helpt zij de ouders zodat zij hun kinderen wél naar school kunnen laten gaan, ook al hebben ze daar zelf geen geld voor. Het kinderadoptieplan kan die hulp aanbieden omdat er sponsors zijn die een kind financieel willen steunen.
Hieronder tref je een paar verhalen over kinderen in uitzichtloze situaties aan. Het bleef daar gelukkig niet bij.
Het verhaal van Deborah
In het dorp waar Deborah opgroeide is het niet standaard dat meisjes naar school gaan om een vak te leren. Van meisjes wordt nog heel vaak verwacht dat ze gaan trouwen, kinderen krijgen, eten koken en dergelijke.
Voor Deborah was dat ook zo totdat er een sponsor was die haar de mogelijkheid gaf om wel naar school te gaan. Ze ontdekte dat als ze zou volhouden om naar school te blijven gaan, dat er een dag zou komen dat ze iets voor haar dorp kon betekenen dat groter was dan ‘huisvrouw zijn’. Haar sponsor was hierin een grote stimulans voor haar. Bijna in elke brief, die ze van hem kreeg, bemoedigde hij haar. Deborah vertelt dat ze haar sponsor niet persoonlijk kent. Alleen door het brieven schrijven leerde ze elkaar kennen.
Na haar studie aan de middelbare school is ze naar de universiteit in Tanzania gegaan waar ze voor accountant studeert. Als ze thuis in haar dorp is praat ze veel met tiener meisjes en stimuleert ze hen om naar school te gaan. Zo is zij nu een voorbeeld voor hen.
Het verhaal van Roshan
Het verhaal van Roshan is, helaas, als van heel veel kinderen in Sri Lanke. Zijn moeder verliet het gezin toen hij nog heel jong was. Een tijd lang leefde hij alleen met zijn vader. Als die aan het werk was kon hij gelukkig bij een vriendje van hem zijn. Tot die verschrikkelijke dag dat zijn vader niet thuis kwam. Hij hoorde dat zijn vader was gearresteerd, maar niemand kon hem vertellen waarom en wanneer hij weer thuis zou komen.
Roshan woont nu bij een oom, samen met drie neven. Zijn oom doet zijn best om voor deze vier jongens te zorgen. Hij heeft ook zijn best gedaan om Roshan in het Kinderadoptieplan te krijgen. Nu hij daar aan deelneemt, brengt hij hem elke ochtend op de fiets naar het centrum.
Toen hij op school kwam lukte het hem niet om vriendjes te maken. Hij vond spelen met andere kinderen niet fijn en tijdens de pauze bleef hij het liefst alleen in de klas achter. Zijn leraar heeft toen de hulp gevraagd van een collega die ervaring had met kinderen die leiden onder grote trauma’s.
In veel van de Kinderontwikkelcentra zijn er speciale trainingen om kinderen zoals Roshan te helpen om weer vertrouwen te krijgen dat mensen ze niet weer zullen verlaten. De training hielp gelukkig.
Langzaam veranderde de situatie. Het lukte Roshan om zijn hart weer te openen. Het is heel mooi om te zien dat hij nu, net als de andere kinderen, graag buiten speelt en vriendjes heeft. Hij blijkt ook heel goed te kunnen zingen. Hij doet dan ook met groot enthousiasme mee als ze in de klas aanbiddingsliederen zingen.
Het verhaal van Tala (en haar gezin)
Als je in Manila (Filipijnen) geboren bent, dan waarderen je ouders je talent om geld te verdienen meer dan je kunst om te leren uit boeken en je te ontwikkelen. Niet zo gek als je ouders amper geld hebben om eten voor je te kopen. Dat geldt ook voor Tala. Haar ouders hebben zes kinderen. Zij is de vierde. Ze wonen met zijn achten in een klein eenkamer huisje, gemaakt van restmateriaal.
Op de plek waar Tala woont maken de meeste kinderen hun school niet af. Dat is omdat ze moeten werken, of omdat ze zwanger raken.
Dankzij het Kinderadoptieplan kunnen Tala en haar broers en zussen al een paar jaar naar school. In die periode zagen de ouders hun kinderen sterk veranderen. Vroeger schreeuwde en kleineerde haar broer haar. Door de verandering van de kinderen werden de ouders nieuwsgierig. Langzaamaan gingen ze zich meer betrokken voelen met de kerk waar het Kinderadoptieplan onderdeel van uit maakte.
Het is meer dan bijzonder dat de vader stopte met het verkopen van drugs. En de moeder stopte langzamerhand met het mishandelen van de kinderen. Zo veranderde niet alleen het leven van deze kinderen maar ook dat van de ouders.
De vader zegt daarover: ‘we zijn goed geworden doordat we van Jezus hebben gehoord. Ik ben zo blij voor de verandering die we hebben ontvangen’.
De moeder voegt daar aan toe: ‘Als de kerk en het Kinderadoptieplan er niet waren geweest, dan zou ik niet weten hoe ons leven er uit gezien zou hebben. Ik denk zonder hoop. Maar nu heb ik hoop voor mijn kinderen!